Bij de introductie start je in het vak linksboven, waar de drie factoren van een som vermeld
staan. De overige drie vakken zijn leeg. De volgende stap is dat de leerlingen de vier sommen
(soms twee) moeten gaan opschrijven, die je met deze drie factoren kunt maken. De link
naar de Toverdriehoek plus/min en de Toverdriehoek keer/delen moet hierbij zeker niet
overgeslagen worden. Het heeft de voorkeur om de Toverdriehoek in vak 1 meteen te
introduceren.
Daarna bedenken ze in het derde vak een context/verhaal dat past bij de gekozen som. Als
laatste tekenen ze het verhaal het vak 4.
Als de werkwijze en inhoud van het MATH vierslagmodel eenmaal bekend is bij de
leerlingen, kun je als leerkracht variëren in het startpunt van de activiteit. Ieder vak leidt
vanzelfsprekend naar de inhoud van de drie andere vakken. Je kunt dus elk vak kiezen om te
beginnen.